Een klein huis van een woningbouwvereniging vol eigen werk, trommels, vioolkisten, elektrische piano, kisten en dozen met archiefmateriaal, beeldjes en ook een computer, een bed in het midden omgeven door doeken als baldakijn. Een gangetje tussen al dit moois door leidt naar een al even volle tuin, waar Fabrice zich ook in woorden een veelzijdige en overvloedige man toont. Geboren in 1961 op een halve zolder in de Rustenburgerstraat en al een heel leven Pijpbewoner, op een relatief korte periode na.
Fabrice Hünd: “In de jaren ’80 had ik een atelier hier, achter de tuin in de loods van rolluikenfabriek ‘Heineken’, van de broer van. De hele binnentuin van dit blok was toen nog volgebouwd en de loods stond leeg. Ook woningen erboven en eromheen stonden leeg. Ik had de sleutels en had dus een enorme ruimte om te werken, samen met andere kunstenaars. De vloeren waren aardig verrot. Op een dag zakte ik door de vloer van één hoog en kwam terecht zo’n beetje op de plek waar we nu zitten.”
“Heel wat panden in de buurt stonden op de nominatie om te worden afgebroken. Ze waren door de nieuwbouw aan het Heinekenplein van hun palen getrild. We hebben actie gevoerd om die panden te behouden. Het Gerard Douplein en omgeving zagen er armoedig uit en etalageruiten waren dichtgetimmerd. Die panelen gebruikte ik om schilderingen op te maken. Ik schilderde taferelen van wat er achter die panelen zou kunnen gebeuren. Het was straatkunst, geen graffiti. Ook het pand van Cootje van ‘De Vredespijp’ (voorheen een antiekwinkeltje, nu de ‘Kiloshop’) werd zo opgeknapt. Het is gelukt om die panden te laten pulsen, zodat er niet geheid en dus afgebroken hoefde te worden. Het is zo’n beetje de eerste sociale woningbouw in de Pijp, belangrijke monumenten.
Intussen was de loods bij de binnentuinen hier wel afgebroken, maar ik had nog een atelier in de Quellijnstraat, waar nu het veilinghuis is. Dat heette dan ook Galerie Fabrice. Toen Cootje moest stoppen met ‘De Vredespijp’, woonde hij nog hier. Mijn huis aan de Daniël Stalpertstraat stortte in en als urgent woningzoekende kreeg ik dit huis aangeboden; de plek waar ik terecht gekomen was toen ik door de vloer van de loods zakte. Ik vond hier nog een deurlijst van de gevel van ‘De Vredespijp’ die ik zelf had geschilderd. Cootje had ze hier bewaard. Het moest dus wel dat ik hier kwam wonen.”
“We hebben heel wat acties gevoerd voor de woningen, maar ook voor het aanleggen van geveltuinen en het behoud van de bomen in het Sarphatipark. Die moesten worden gekapt om een parkeergarage eronder aan te leggen. Nou, we hebben een bomenknuffelactie opgezet en ook Ramses Shaffy knuffelde mee. Het is gelukkig niet doorgegaan, maar weet je dat Groen Links toen nog vóór die garage was? Lies Visser deed ook mee met die acties. Zij had een enorme dossierkennis en blies met een keiharde schelle stem politici omver. Ze streed voor sociale woningbouw en tegen de Noord-Zuidlijn. Na haar overlijden heb ik voor haar een klein monumentje gemaakt, dat aan een van de bruggen in het Sarphatipark hangt: de Lies Visserbrug. Zonder haar zou het park er nu heel anders hebben uitgezien.”
“Weet je dat het ronde huisje met het mozaïek (‘het kompas’) op het Heinekenplein precies in het midden van Amsterdam ligt? Daarom staan de windrichtingen er ook op. Met ijsberen op het noorden, een moeder met kind op het westen waarvan de steentjes oplichten bij zonsondergang, op het zuiden Afrikaanse beelden, indianen op het zuidwesten, een pinguïn op de zuidpool en op de deur naar het oosten Aziatische motieven. Op de deur mocht vanwege het gewicht geen mozaïek. Hij moet open kunnen, het ontsluit de ondergrondse vluchtweg van de flats aan het plein. Vroeger kon ik nog wel naakten schilderen in de openbare ruimte. Dat is nu een dingetje geworden. Er is nog één tepel te zien op het zuidwesten. Ik heb zelfs op het badhuis, nu sauna, op de Da Costakade iedereen een lapje over zijn geslacht moeten geven. We gaan de VS achterna, puritanisme. Hypocriet.”
(juli 2018)