Fietsen voor stallinghouders. Door de gang lopen werklieden via de stallingruimtes naar achter en naar buiten. Zij zijn aan het werk met bitumen op andere gebouwen naast de stalling. De deuren van de tweewielerzaak annex stalling van Paul Schellekens staan permanent voor ze open. Zoals hij open staat voor iedereen die even langskomt. Met een fiets of alleen met een verhaal. Of voor advies over de aanschaf van een elektrische fiets.
“Dat gebeurt veel. Wel een advies vragen, maar hier niet kopen. Nou kan dat ook niet altijd, want daar ben ik dan geen dealer voor. Of het kan alleen via internet worden besteld. Maar vaak heb ik nét niet wat iemand wil hebben en dan kan ik het wel bestellen. Maar dat wil men dan niet. Alles moet nu, hè? Of ik bestel, maar het wordt niet opgehaald. Zit ik ermee.”
Ik noem ze klanten zonder koop
“Er komen hier elke dag klanten koffie drinken en hun verhalen vertellen. Nou ja, dat noem ik eigenlijk geen klanten. Ze hebben vaak niet eens een fiets. Ze komen voor de gezelligheid. Om hun sores kwijt te raken vertellen ze erover: scheiding, ruzies, ziekte en dood. Alles komt hier aan de orde. Ik noem ze klanten zonder koop. Tussendoor plak ik dan wel een bandje.”
Zo ook vandaag. De fiets die voor een lekke band gebracht was, krijgt gratis nog een paar goeie tweedehands trappers, want dat was ook nodig. Service. Er staat tegenover dat de klant voor de gevraagde € 8,50 een tientje geeft en geen wisselgeld wil hebben. “Ik heb er plezier in als mensen tevreden zijn.”
Kopzorgen
In 1999 heeft Paul de zaak van zijn vader overgenomen. Hij is nu bijna 60, komt moeilijk rond en kent veel kopzorgen. Twee factoren spelen daarin een belangrijke rol: het aantal stallinghouders wordt minder en er zijn steeds problemen met de woningbouwvereniging die eigenaar van het pand is.
“Het vaste klantenbestand voor de stalling loopt enorm terug. Mensen verhuizen, of overlijden. Toen er hier een nieuwe betonnen vloer moest worden gestort, moest alles er tijdelijk uit. Veel mensen hebben daarna hun fiets toch maar buiten laten staan omdat de stalling best veel geld kost. Iedereen gaat meer letten op wat goedkoper kan.“
“Het storten van die vloer heeft sowieso veel voeten in de aarde gehad. Alles moest overal weg en ik zou een container krijgen. Ik zou een boete moeten betalen als ik te laat was. Maar die container kwam drie dagen te laat. Ook toen ik weer terug zou kunnen komen was de boel niet in orde en kon ik er niet in. Voor de inkomstenderving die ik zou ontvangen voor de gedwongen tijdelijke sluiting heb ik moeten vechten. Al eerder kreeg ik een enorme huurverhoging voorgeschoteld. Ze vergeleken het met de huur van een pand in bijvoorbeeld de Van Woustraat. Een doorloopstraat waar mensen makkelijk binnenlopen. Hier is dat helemaal niet het geval. Dus ik heb me daartegen verzet. De stress die het allemaal heeft opgeleverd is nog niet weg.”
Stepje
Een vader met een haarknotje komt binnen met een stepje in de hand en een zoontje achter zich aan: “Het stuurtje zit helemaal vast. Heb jij misschien iets ervoor?” Paul pakt het stepje en repareert het stuur. Vader: “Zeg eens dank je wel…”. ”Dauwau wau!” roepend stept het kleine kereltje weg. Niet veel later stapt een man binnen die uit Oostzaan is komen fietsen. “Ik moet in beweging blijven, dus fiets ik gewoon hierheen voor een kop koffie en voor een hotdog op de Dam. Vroeger woonde ik in de Kuipersstraat, maar ik kom nog steeds hier.” De volgende ‘klant zonder koop’ stapt binnen. Het wordt een reünie. “En de koffie is ook nog gratis,” hoor ik ze zeggen.
Kissie
Paul Schellekens: “Ik ben hier opgegroeid met mijn vader. Ik was hier altijd. Het is gewoon mijn huis. Maar nu dreig ik het te verliezen. Ik kan mijn kop nauwelijks boven water houden. Je zou het misschien niet zeggen, maar er staat hier voor zo’n €40.000 aan spullen. Daar krijg ik misschien €5000 voor terug. Dan heb ik 22 jaar hier gewerkt. Met veel plezier. En dat wil ik eigenlijk graag nog wel zeven jaar of tot mijn kissie blijven doen.”
(augustus 2022)