Krakers kweken rode basilicum; water uit de pomp

Actievoerders storten nieuwe aarde

Sinds 11 juli heeft Kraakgroep de Pijp in samenwerking met Groenfront! Amsterdam het braakliggende terrein aan Rustenburgerstraat 438-440 gekraakt. Want de bouw op die plek van het Zuiderlichtcollege kwam al jaren niet van de grond. De krakers laten zien dat je op een leeg terrein in de stad nuttige dingen kunt doen en in harmonie met de natuur kunt leven. Ze eten al groente uit eigen tuin en halen met een zelf geïnstalleerde pomp water uit de grond. Het klinkt klein, maar hun actie komt voort uit een groter gedachtegoed.

Winterpostelein en eeuwige moes
De krakers laten zich inspireren door de ‘Transition Towns’ in Engeland. Daar bereiden gemeenschappen zich voor op de toekomstige crisis, die het gevolg zal zijn van een wereldwijd tekort aan olie. Men verwacht niet dat regeringen en bedrijven met oplossingen komen, dus gaan ze zelf over op een duurzaam en zelfvoorzienend leven. Ze willen minder kwetsbaar zijn door te dure energie.

Ik vraag de actievoerders hoe zij daar in onze buurt mee aan de slag willen gaan. Joop: “We zijn begonnen met het verbouwen van groente, dus hebben we tuinen aangelegd en een pomp geslagen. We hebben zelf zaad gekocht en een ecologische boer had nog stekken over. Het verbaast ons zelf hoe groen het hier nu al is. We hebben bloemkool, aardappelen en boerenkool, maar ook winterpostelein en eeuwige moes. Het zijn groenten van de koude grond. Daarvan kun je het hele jaar door eten, zonder verlies van energie door verwarming en transport. We hebben ook een eigen composthoop. De biobak is alweer een paar jaar uit De Pijp verdwenen.

Ook buren kunnen met hun groenafval bij ons terecht. Met een zonnepaneel kunnen we electriciteit van 12 volt opwekken. Voldoende voor kleine apparaten, maar niet voor grote huishoudelijke apparaten. Dat vinden we niet erg. Een tekort aan olie zal grote apparaten in de toekomst toch onbetaalbaar maken. Ze worden een onbruikbare luxe”.

Gewoon nu beginnen
Ik zie slechts enkele kleine groenteperkjes, een kruiwagen en een zonnepaneel. Ik vraag ze of een project op deze schaal - dat ieder moment afgelopen kan zijn - zinvol is. Anna, een van de actievoerders zegt: “Je kunt laten zien aan de buurt dat het anders kan en je ieder moment kunt beginnen. Waarom zou je wachten tot een overheid met regels komt voor jou of het bedrijfsleven?” Joop voegt er aan toe: “We hebben niet voor alle problemen gelijk een oplossing, maar zijn er wel naar op zoek. We willen eigenlijk niet op gas koken, want daarmee verbrand je toch weer fossiele brandstoffen. Daarom hebben we nu een ‘rocket stove’, die brandt op twijgen, je hoeft er dus geen bomen voor te kappen. We pionieren.”

Anna benadrukt dat ze niet alleen tegen iets zijn, maar juist voor een richting kiezen die duurzaam is. Voor de buurt organiseren ze workshops, waarbij ze laten zien dat er genoeg mogelijkheden zijn om nu al duurzamer te leven. Joop vertelt over het Groenfront, de milieuactiegroep die samen met de Kraakgroep de Pijp deze actie verricht. Ze richten zich op alles wat tot roofbouw op deze aarde leidt en beschermen natuurgebieden en bossen tegen vernietiging en kap.

Lekker voor de pesto!
Terwijl ik luister, kijk ik omhoog naar de grote bomen op het terrein. Voor deze bomen hoefde het Groenfront niet in actie te komen; de buren hadden de kap al voorkomen. Met succes hebben ze gestreden voor een monumentale status; er moet dus een bouwplan komen voor een nieuwe school op deze plek. Het plan zal dus aangepast moeten worden aan deze bomen.

Joop reikt me een blaadje rode basilicum uit de groentetuin aan: “Lekker voor de pesto” zegt hij. Ik proef: het heeft een bittere, maar toch lekkere smaak. Joop loopt naar de pomp en trekt de slinger een paar keer op en neer. Het water stroomt onregelmatig klotsend in de emmer.

Anna kiept een kruiwagen met zand in een net aangelegde plantenbak. Zondag is er een open dag voor de buurt, er is nog veel te doen.

Als ik het terrein verlaat, struikel ik bijna over de kruiwagen. Ik kijk nog even om naar de bomen, de groentetuin en geniet van de landelijke rust die de plek uitstraalt. Tijd om weg te gaan, naar huis, de stad in. Vol vragen, dat wel. Want zijn deze krakers soms de eerste mensen, die inzien dat het de pan uitrijst met het energieverbruik? Hoe zal het er eigenlijk over tien jaar uitzien in de stad? Zullen we dan allemaal op z’n Sovjets onze tuintjes beheren met onze eigen groenten? Of is dit een storm in een glas water en zal het wel loslopen?

Ik weet de antwoorden niet, maar het geeft in ieder geval wel te denken.